sabato 11 febbraio 2017

Opposite Adjectives (Tegenstellingen)

 Tegenstellingen

  Groot - Klein

Dik -Dun


Het mooiste wat je kunt worden is jezelf.
 (The best thing you can be is yourself.)

 Het is vandaag mooi weer.

 Goed -Slecht (Fout)





Niemand is zo arm dat hij geen glimlach geven kan.
En niemand is zo rijk dat hij geen glimlach nodig heeft.


 (Ignorance is more expensive than books.)

 Vol - Leeg
Pessimist: Glas is halfl eeg.
Optimist: Glas is half vol.
 Alcoholist: glas is leeg.


 licht – zwaar    ...  Liefde - haat
      
snel – langzaam.......veel – weinig   .heel – kapot

dag – nacht          heet – koud        lelijk – mooi

       
zacht – hard........dicht – open      lang – kort

aan – uit   ...leeg – vol  .vies – schoon     .in – uit


 meer – minder        smal – breed   . Oud - jong
 
voorkant – achterkant       plus – min

 
schoon – vuil    hier – daar    
Nat - droog

Hoog - laag   Achter - voor   


Druk –Rustig (stil)         binnen – buiten   

 beter – slechter        Niet - wel

Makkelijk - moeilijk
     
blij – bedroefd  
 

Goed - slecht (fout)    Laatste - eerste

Erna - ervoor    Verplicht - vrij 

Jongen - meisje     Man - vrouw


Broer - zus            Zoon - dochter


onder – boven      links – rechts


 Click her  for Learning Dutch playing  with quiz

Nessun commento:

Posta un commento