Basic Dutch phrases
Ik vind het niet leuk I don’t like it
Ja ,alsjeblieft / alstublieft yes.please
Nee Bedankt no,thanks
Ja,ik begrijp het I undertand ik snap het niet (I don’t understand)
Praat jij engels? Do you speak English ?
Begrijp je me?
Do you understand me?
Wie bent jij? Who are you? Ik ben enn tourist
Ik kom uit Duitsland Ik kom uit Nederland
Waar kom jij vandaan?/Waar komt u vandaan?
Where do you come from?
Hoe is het met jou? Goed how are you?fine
Hoe heet jij? what's your name?
Het is mooi weer the weather is nice
Het is niet zo mooi weer the weather is not so nice
Het is smoorheet! Its very hot Het is koud its cold
Het regent it rains
Ik moet daar naartoe I need to go there
Ik heb een taxi nodig Nu now
Vandaag today Gisteren ieri Morgen Tomorrow
Altijd Always Hier here Tot later see you later
tot ziens goodbye tot morgen
Goedenavond good evening Goeienacht goodnight
Wat is dat? What is that? Waar is dat? Where is that?
Hier here /over there
Dit is een man,een vrouw een kind
this is a man/a woman/ a child
Dit zijn mensen those are people
Dat is een boom this is a tree
Hoe zeg je dat in het engels? How do you call it in English?
Waar is de WC?
Hoeveel kost dit? How much is it?
Ik heb hulp nodig I need help
Ik spreek geen engels
Ik spreek alleen maar sommige worden ( only few words)
Let op! look out Ik kan het doen I can do it
Ik kan het niet doen I can’t Ik kan het zien I can see it
Ik kan het niet zien I can’t see Natuurlijk! Of course
Dank je wel thanks so much Ik weet het niet I don’t know
Ik spreek jouw taal niet I don’t speak your language
Ik versta je niet / Ik begrijp je niet I don’t understand you
ik heb honger i’m hungry Graag gedaan you are welcome
Ik heb graag.. I’d like to have
Wie who Wat? What Waar? Where
Waarom? Why Wanneer? When
Hoeveel= how much Hoe lang? how long?
Wat gebeurd er? What’s happening?
Ik heb geen idée I have no idea
Maakt niet uit It doesn’t matter
Maak je geen zorgen don’t worry
Dat is goed that is goed
Ik ben verdwaald I’m lost
Ik ben vergeten I forgot
Kan jij me helpen? Can you help me?
Ik heb mijn paspoort verloren I’ve lost my passport
Kan u alstublieft langzamer praten? Please speak slower
De rekening alstublieft the bill please Ik ben moe I’m tired
Ik ben ziek I’m sick Ik verveel me I’m bored
Ik moet nu gaan I must go now
Gezondheid Bless you!
Gefeliciteerd! Congratulations
Veel success! Good luck!!
Ik hou van jou I love you
Ik vind je leuk I like you
Nessun commento:
Posta un commento